Beelden van het verleden

By 25 augustus 2021Uncategorized

Jos Wienen is burgemeester van Haarlem en lid van de VNG-commissie Bestuur en Veiligheid

Recent heeft de burgemeester van Amsterdam namens het stadsbestuur excuses aangeboden voor het slavernijverleden van Amsterdam. De extra aandacht voor slavernijverleden en voor racisme in onze huidige samenleving en het eventuele verband daartussen is in meerdere gemeenten een punt van aandacht en onderzoek geworden. En dit staat niet op zichzelf. Er is ook her en der onderzoek naar de rol van gemeenten bij de Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog. Daarnaast is er soms discussie over historische personen die nu anders bekeken worden dan vroeger. Jan Pietserszoon Coen is daar een voorbeeld van. We kunnen er politiek aardig druk mee zijn.

Aandacht voor het verleden is wat mij betreft een groot goed. Het raakt een natuurlijke nieuwsgierigheid naar hoe het vroeger was en hoe het heden geworden is. En het werkt ook door in onze eigen tijd, in onze samenleving en in onze emoties. Helden willen we eren en schurken liever weren.

Maar laten we wel een beetje uitkijken. Want de held van gisteren, kan zomaar de schurk van morgen zijn. Een beetje terughoudendheid met onze eerbewijzen is goed. Dat geld ook voor een snelle demontage ervan. Er zijn maar weinig mensen uit het verleden die in het licht van al onze hedendaagse opvattingen deugen, nog los van het feit dat de meningen vandaag ook flink uiteen kunnen lopen. En in de ogen van volgende generaties zullen niet veel mensen uit onze tijd onberispelijk zijn.

Het lijkt me een betere weg onze huidige maatschappelijke opvattingen ook hun plek te geven. Dat zie je ook gebeuren: straatnamen voor vrouwen of  bijvoorbeeld een standbeeld voor Anton de Kom zijn voorbeelden van een verandering in de historische beeldvorming.

En excuses voor het verleden? Wat heeft dat voor zin? Als het recht doet aan de historische werkelijkheid en er echt sprake is van spijt en berouw en recht gedaan wordt aan gevoelens van mensen van nu kan het een functie hebben. Niet om erin te blijven hangen, maar om samen verder te gaan. Slavernij is al een flinke tijd geleden. De morele verwerpelijkheid van een instituut dat mensen tot eigendom maakt en van fundamentele rechten berooft is duidelijk. Dat geldt voor alle tijden en vormen van slavernij. Of er een direct verband is met hedendaags racisme vraag ik me af. Maar zeker verplicht dit morele oordeel ons tot inzet tegen mensenhandel en uitbuiting in onze eigen tijd en onze eigen gemeente.