Pak woningnood aan door slimme transformatie bedrijventerreinen.

By 7 oktober 2021Uncategorized

Mark Marshall is raadslid voor de VVD in Gooise Meren

Het zal niemand meer ontgaan: de woningnood is enorm en neemt nog altijd toe. We horen schrijnende verhalen van oudere jongeren die noodgedwongen weer bij hun ouders intrekken. Er zouden maar liefst een miljoen extra woningen nodig zijn en dat in het meest dichtbevolkte land van Europa.

Een miljoen woningen erbij is zeer ambitieus, want er zijn allerlei obstakels. Er is vaak vertragend verzet van omwonenden bij nieuwe bouwplannen in de buurt en we hebben ook nog altijd te maken met de stikstofcrisis, PFAS en gewoonweg een gebrek aan bouwplannen én voldoende vaklui om plannen te realiseren. Dan is er ook nog de energietransitie die ruimte vraagt voor zonneparken, windmolens en meer groen. En dit alles in onze dichtbevolkte stadsstaat waar belangen strijden om iedere hectare.

Bij de miljoen extra woningen wordt routinematig vooral gedacht aan eengezinswoningen. Tot in ieder geval 2024 is die gedachte niet verkeerd. Op de langere termijn duikt een ander beeld op. Veel ouderen zullen eengezinswoningen gaan verlaten, terwijl het aantal gezinnen minder sterk groeit. Het aantal alleenstaanden neemt toe, en juist zíj dreigen dan buiten de boot te vallen. We moeten iets langer stilstaan bij de vraag voor wie wij moeten bouwen.

Er zal een groeiende behoefte zijn aan kleinere woningen en bij voorkeur bevinden die zich binnenstedelijk en niet per se in buitengebieden. En precies daar zijn er mogelijkheden. Veel gemeenten hebben kleinere en grotere, binnenstedelijke bedrijventerreinen die zijn aangelegd in de jaren ‘60 en ‘70. Deze voldoen vaak niet meer aan de hedendaagse eisen en veroorzaken door groei of het soort bedrijvigheid inmiddels voor overlast in woonwijken. Met een transformatie van die bedrijventerreinen naar woon-werk locaties en gelijktijdige uitplaatsing van bepaalde categorieën bedrijven snijdt het mes aan twee kanten: binnenstedelijke ruimte voor eenpersoonshuishoudens en beperking van woon-werk bewegingen.

Het vergt inzicht en gemeentelijke regie om een dergelijke transformatie te bewerkstelligen. Binnenstedelijk leidt dit tot een afname van werklocaties ten bate van woningen, waar tegelijkertijd door bestaande of nieuwe ondernemers gezocht wordt naar specifiek déze werklocaties, bijvoorbeeld in de dienstensector. Door te combineren kan de groei en samenvoeging economisch hand in hand gaan. Maar de combinatie van een bepaalde milieucategorie die belemmerend werkt voor woningbouw, en tegelijkertijd de afname van werklocaties door woningbouw, maakt het lastig voor gemeenten deze stap te zetten.

Gemeenten zouden daarom beter in kaart moeten brengen welke binnenstedelijke mogelijkheden zich hiervoor lenen. Woonfuncties winnen het in deze tijd vaak van de ontwikkeling van werklocaties. De keerzijde van minder werklocaties is verminderde werkgelegenheid en economische aantrekkingskracht. Gemeenten hebben de mogelijkheid om te werken met anterieure overeenkomsten waarin de combinatie van woon-werklocaties kan worden vastgelegd.

Gemeenten, maar ook raden zouden meer lef kunnen tonen bij een gerichte aanpak op woon- werklocaties. Zo wordt de ruimte beter benut en ontstaat er minder druk om gevoelige locaties te gaan ontwikkelen. Met de juiste kaders en afspraken kunnen zorgen worden weggenomen. Het is een kwestie van wennen en doen.