Blazen en het meel….

Han ter Heegde is burgemeester Gooise Meren en voorzitter VNHG

 

Hopelijk vlotten de coalitie-onderhandelingen in uw gemeente, en kunnen de nieuwe colleges (ruim) voor het zomerreces aan de bak. Dan staat alles weer op de rails.

En dat hebben we hard nodig om grote uitdagingen te lijf te gaan: de opvang van Oekraïners en vluchtelingen, de energietransitie en duurzaamheid, de woningbouwopgave, de jeugdzorg, de stikstofproblematiek,  enz. enz.

In dat verband worden we als gemeenten (door het Rijk) in een lastige positie geplaatst. Al de bovengenoemde zware opgaven dienen door ons uitgevoerd te worden, waarbij rijksmiddelen (deels) ontbreken.

Daarom zet de VNG de afgelopen 2 jaar sterk in op voldoende financiële compensatie voor de gemeenten. Maar daarnaast is ook meer slagkracht nodig, door minder verstikkende rijksregels m.b.t. deze opgaven.

Een voorbeeld:

Als de Minister voor Wonen stelt dat de gemeenten méér moeten bouwen, én op een niveau van 100.000 woningen per jaar moeten komen, dan lukt dat nooit als er steeds additionele rijksregelingen komen die dit onmogelijk maken: stikstof-eisen, niet of beperkt bouwen in buitengebieden, infra- en milieu eisen, enz.

Deze eisen van het Rijk nemen met de dag toe, en het is een wonder dat er op die manier überhaupt nog bouwwerken tot stand komen in Nederland.

Ik zeg niet dat deze randvoorwaarden onzinnig zijn, maar wijs erop dat het, met de opstelsom van deze randvoorwaarden, onredelijk is om van de gemeenten eisen dat ze de bouwproductie opschroeven tot 100.000 per jaar. Het is:  ‘blazen en het meel in de mond willen houden’. En dat geldt ook voor andere opgaven.

Het is goed dat wij als VNG en VNHG deze discussie aan de orde stellen: dus niet alleen geld, maar ook overige voorwaarden creëren opdat wij als gemeenten deze grote opgaven kunnen volbrengen.

Openheid en transparantie

Sjaak Vriend was raadslid en is vanaf 16 mei raadsgriffier in Hollands Kroon

 

Openheid en transparantie zijn essentieel voor het vertrouwen tussen de samenleving en de overheid. Vanaf 1 mei 2022 treedt de nieuwe Wet open overheid (Woo) in werking, die de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) vervangt. De Woo is een belangrijke stap naar een transparante(re) overheid.

Iedereen heeft recht op toegang tot publieke informatie. Daarbij is het uitgangspunt dat overheidsinformatie openbaar is, tenzij er een reden is waarom  dat niet kan. De wet geeft ook aan welke belangen moeten of kunnen leiden tot geheimhouding. Denk aan belangen als de veiligheid van de staat, vertrouwelijke bedrijfsgegevens, overheidstoezicht, opsporing van strafbare feiten, de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, financiële belangen of onevenredige benadeling.

Voor wat betreft de passieve openbaarheid (de verzoeken aan een bestuursorgaan om informatie openbaar te maken) treedt de wet direct in werking. In essentie verschilt de wet op dit onderdeel niet zoveel van de huidige Wob.

Op termijn verplicht de Woo tot het actief openbaar maken van in de wet aangewezen informatie. En dat kan worden gezien als een wezenlijke verandering (echter afhankelijk van de huidige praktijk in uw gemeente).

Het verplicht actief openbaar maken van door de wet aangewezen informatie maakt het nodig weer eens goed na te denken over wat nu eigenlijk openbaar is. In de praktijk komt het nog wel eens voor dat documenten of informatie door het college vertrouwelijk met de gemeenteraad wordt gedeeld. Is het dan niet openbaar? Je zou het denken, maar als je naar de wetgeving kijkt, is die conclusie niet te trekken.  De Gemeentewet kent een uitgebreide regeling over het opleggen van geheimhouding. Geheimhouding is aan de orde, indien de eerder genoemde belangen zich verzetten tegen openbaarheid. Als het college met de gemeenteraad in documenten informatie deelt die gelet op die belangen geheim moet blijven, moet zij aan de raad geheimhouding opleggen. Die geheimhouding moet door de raad worden bekrachtigd in de eerstvolgende raadsvergadering. Anders vervalt de geheimhouding.

Geheime stukken zullen niet actief openbaar worden gemaakt. Maar  voor zogenaamde vertrouwelijke stukken, die volgens de Woo openbaar gemaakt zullen moeten worden, geldt die wettelijke verplichting in mijn ogen in beginsel dus wel.  Deze nieuwe wettelijke verplichting maakt het dus noodzakelijk om binnen de gemeente nog eens goed te bezien of op juiste wijze toepassing wordt gegeven aan de geheimhoudingsregeling. De wet kent tenslotte geen vertrouwelijke stukken. Ook hoe u hiermee als raadslid moet omgaan is van belang. Informatie onder geheimhouding mag u niet met anderen delen. Doet u dat toch, dan pleegt u een strafbaar feit. Voor vertrouwelijk verstrekte informatie geldt dat dus m.i. in principe niet.