Een warm pleidooi voor meer contact met de buren

Karim el Gebaly is raadslid in Zandvoort

Hoe goed kent u uw buren? Men zegt wel eens dat een goede buur beter is dan een verre vriend. Weet u welke ontwikkelingen er plaatsvinden bij de buren? Waarom de buren bepaalde beslissingen nemen? Wat de overwegingen zijn? Storm nu niet gelijk in paniek naar de voordeur van uw buren, want in deze column wil ik een warm pleidooi houden voor de verschillende samenwerkingsvormen die er bestaan tussen de gemeenten.

Als getogen Zandvoorter weet ik als geen ander hoe afhankelijk wij zijn van onze buurgemeenten. Zo afhankelijk dat ik geeneens geboren en getogen kan zeggen, want ons dichtstbijzijnde ziekenhuis staat in Haarlem. Om naar Zandvoort te komen moet je hoe dan ook over het grondgebied van onze buurgemeenten, welk vervoermiddel je ook prefereert. Toch hadden wij in Zandvoort die regio niet heel erg goed voor ogen. Veel stukken die langskwamen in de gemeenteraad kwamen voor ons als verrassing, we ervaarden onze buren als moeilijk. Ikzelf had dat gevoel ook: “daar heb je Bloemendaal weer die zeuren over het verkeer naar het strand, ze hebben zelf ook een strand!” Toen ik die zin uitsprak dacht ik meteen bij mijzelf, maar ken ik hen eigenlijk wel, weet ik waarom ze ‘zeuren’? Het antwoord op die vraag was nee.

In diezelfde tijd werd er ook een raadslid gezocht om in de klankbordgroep regionale governance plaats te nemen. Voor mij de uitgelezen mogelijkheid om in een verandertraject te kijken hoe ik ervoor kon zorgen dat ik wel zou gaan weten wie mijn buren zijn.

Het opende voor mij m’n ogen. Als klankbordgroep lid raakte ik betrokken bij de regionale materie en kreeg ik door hoe belangrijk de regio eigenlijk wel niet is. Juist wij raadsleden moeten in dat groeiende aantal regionale samenwerkingen onze rol beter gaan pakken. Dit moeten wij doen vanuit een natuurlijke reden namelijk de democratische redenen, we zijn het hoogste orgaan binnen de gemeente! We moeten dit echter ook doen, omdat er enorm veel kansen liggen! Steeds vaker kun je aanspraak maken op potjes van het Rijk als je in je regio goed samenwerkt en met mooie plannen komt. Niet alleen voor het Rijk is het goed, het werkt ook echt als je iets groots voor elkaar wil krijgen. Maar het allerbelangrijkste is dat je elkaar begrijpt en met elkaar tot oplossingen kan komen. Daarvoor moet je overigens  focussen op wat je verbindt in plaats van op dat wat je verdeelt.

Woorden doen er toe

Hopelijk zijn in de meeste Noord-Hollandse gemeenten de colleges inmiddels geïnstalleerd, en kunnen we in het reces inwerken. Zodat we in september fris en ingelezen aan de slag kunnen.

We hebben te maken met grote en complexe vraagstukken: opvang van Oekraïners en vluchtelingen/statushouders de woningmarkt,  de stikstof-aanpak, de energietransitie enz.

Het woord “crisis” moeten we niet meer gebruiken. Het zijn ontwikkelingen die zich tegelijkertijd aandienen, die grote uitdagingen met zich meebrengen. En waarvan de burger meent dat de overheid die allemaal moet oplossen en wel snel.

Het is mijns inziens van belang dat we die verwachtingen temperen. Om te voorkomen dat we (nog meer) inwoners van de politiek vervreemden. Eerlijk zeggen dus wat haalbaar is, en wat niet. Ook qua uitvoering in de tijd. En dat maar blijven uitleggen en ook in dialoog gaan met groepen die zich al afgewend hebben, bijv. in de coronatijd.

Bestuurlijke stuurmanskunst dus, door wethouders, raadsleden, secretarissen, griffiers en burgemeesters.

Ook moeten wij in de richting van het Rijk duidelijker (bijv. via de VNG) aangeven wat in redelijkheid van gemeenten gevraagd kan worden, en met welke ondersteunende middelen van de Rijksoverheid. Ook daar moeten we ‘nee’ zeggen als we taakstellingen niet kunnen realiseren. Want anders zitten wij als gemeenten bij niet leveren in de beklaagdenbank, en niet het Rijk.

Voor nu: eerst even bijtanken tijdens het reces, en daarna full speed aan de bak.

Meldt u aan bij de VNG!

Om maar met de deur in huis te vallen: het is van het grootste belang dat de Noord Hollandse gemeenten veel en goede vertegenwoordigers in de VNG-commissies hebben. We zijn immers één van de grootste provincies en er speelt hier veel problematiek. Meld u daarom aan voor commissies vóór 1 juli 2022. Wethouders, raadsleden, griffiers, secretarissen en burgemeesters.

 Inmiddels is ook bekend gemaakt dat per 1 januari 2023 de herverdeling van het Gemeentefonds wordt gestart en in 3 jaar, in stappen, zal worden uitgerold. Er is een maximaal negatief bedrag per hoofd van de bevolking bepaald en er komt een evaluatie  (met namen op de eerder door de VNG genoemde gevoelige punten). Als provinciale afdeling zullen wij dit proces kritisch blijven volgen.

 Voor wat betreft de opvang van Oekraïners worden door onze gemeenten krachtprestaties geleverd: locaties zoeken; verbouwingen regelen; beheer en begeleiding organiseren; onderwijs en gezondheidszorg regelen; welzijnsactiviteiten en psychische hulp aanbieden; veiligheid waarborgen enz.

Dit vergt veel van onze ambtenaren. Het zijn vaak nieuwe taken onder hoge druk die er maar even bijkomen. En ook nog voor langere tijd. Wij moeten wel oog hebben voor onze medewerkers en voor hun belastbaarheid.

En daarnaast komen dan ook nog eens extra taakstellingen voor asielzoekers en statushouders. En bij hen gaat het ook om locaties èn beheer.

Ik hoop van harte dat we dit allemaal kunnen waarmaken. Maar de grenzen van het mogelijke komen mijns inziens wel in zicht. Dat moeten we wel duidelijk maken aan de Haagse beslissers, zoals regering en Kamer, die hier ook oog voor moeten hebben. 

Voor zover u nog in coalitie/raads-akkoord onderhandelingen zit: Veel wijsheid!