Uit provinciale regietafel stikstof

Wessel Breunesse is wethouder Zaanstad en neemt vanuit gemeenten deel aan provinciale regietafel stikstof

Hexagonen, mollen, concentratie, depositie, emissie, Aerius. Als het gaat over stikstof en de stikstofproblematiek, vliegen de technische termen je al snel om te oren. Als wethouder met onder andere milieu in mijn portefeuille, houd ik me sinds 2,5 jaar bezig met het stikstofvraagstuk. En in die hoedanigheid, als vertegenwoordiger van de Noord-Hollandse gemeenten, sprak ik in juli mee in de Provinciale Regietafel Stikstof Noord-Holland.

 

Allereerst: We zijn nu vooral bezig met rekenen, en dat biedt grote kansen om het effect van verschillende maatregelen en scenario’s door te rekenen. Maar uiteindelijk is het allerbelangrijkste dat de natuur moet kunnen herstellen. Doordat dat stikstofuitstoot en –depositie daalt. En dat we dat op zo’n manier organiseren dat het bouwen van de zo noodzakelijke huizen ook (weer) mogelijk is.

 

Het stikstofprobleem is complex, dat laat het huidige debat duidelijk zien. Rondom dit onderwerp treedt verharding op in onze samenleving, wat niet bevorderlijk is voor het gezamenlijk realiseren van een oplossing. Daarbij zijn namelijk twee elementen essentieel.

 

Allereerst is dat samenwerking. Alle betrokken partijen zijn afhankelijk van elkaar: gemeentes, de provincie, bedrijven, agrariërs, het Rijk. Denk bijvoorbeeld aan het wegnemen van grote stikstofbronnen, zoals de uitstoot van Schiphol, Tata Steel, grote cacao verwerkers. Hun depositie slaat neer op onze natuurgebieden, als gemeente kunnen we hen niet dwingen er iets aan te doen. We kunnen alleen stappen maken als we samenwerken, vanuit de verschillende verantwoordelijkheden van alle partners. Samen in gesprek, bekijken welke maatregelen er mogelijk zijn, wat de bijbehorende kosten zijn en dit op de juiste tafel leggen.

 

Het tweede element is dat we echt concreet actie moeten ondernemen op alle bronnen die stikstof uitstoten of zorgen voor depositie. De focus is de afgelopen tijd op de agrariërs komen te liggen. Maar de cijfers laten natuurlijk veel meer relevante uitstootbronnen zien: ook daar moeten we stevige stappen op nemen. Kunnen we daarmee bijvoorbeeld maatregelen voor bedrijven betalen om hun uitstoot te verlagen? Op welke wegen kan de snelheid omlaag, welke maatregelen zijn daar voor nodig?

 

Mijn afdronk van de eerste Provinciale Regietafel Stikstof Noord-Holland is dat we in gezamenlijkheid actie moeten gaan nemen, en dat de tijd van alleen rekenen en praten toch echt voorbij is.

Nieuw politiek jaar

Van harte hoop ik dat u allen een goed en rustig reces heeft gehad. Zeker na een verkiezingsvoorjaar, en met grote maatschappelijke opgaven was bijtanken wel even nodig.

In het reces heb ik een boek gelezen waarin wordt beschreven dat we niet langer moeten praten over crisis, maar over opgaven. En dat voor de oplossing daarvan in eerste instantie dialoog met alle participanten nodig is.

En benadrukken dat wij als overheden niet alles alleen kunnen oplossen. En dat we ook soms wat duidelijker ‘nee’ moeten verkopen.

In een tijd van toenemende polarisatie en een toenemende afkeer van groepen van de overheid is dat allemaal best een grote uitdaging. Maar we zijn bestuurders in goede, maar ook in moeilijke tijden. Dus gáán we er voor; soms met ‘trial and error’.

Deze onderwerpen zullen ook tijdens onze ALV op 2 september in Castricum aan de orde komen. Gaarne hopen wij als bestuur velen van u te mogen ontmoeten.

Noord-Holland en zijn gemeenten

Op zaterdag 28 mei liep ik samen met mijn – pas vanuit Oekraïne naar Nederland geëmigreerde – vriendin door de straten van Alkmaar. Ze was enigszins verbaasd bij het horen van uitbundig trommelgeroffel afkomstig van de boten die door de grachten voeren. Toen ze de extravagant opgemaakte mensen zag, die energiek aan het dansen waren, was ze positief verrast. Het was Pride in Alkmaar en ze wilde hier vast en zeker vaker heen.

Terwijl zij nog verwonderd om haar heen keek, besloot ik een blik in een oud boekje te werpen, wat ik iets eerder die ochtend in een stoffige antiekwinkel op de kop had getikt. Noord-Holland en zijn gemeenten stond op de kaft. Het boekje is uitgegeven in 1981 door de Verenigde Noordhollandse Dagbladen, wat nu het Noordhollands Dagblad is. In het boekje staan de 81 Noord-Hollandse gemeenten beschreven, waaronder de toenmalige gemeenten Graft-De Rijp en Schermer, die op 1 januari 2015 zijn opgegaan in Alkmaar.

Ik was positief verrast door de inhoud van het boekje. Zo las ik dat de kleinste gemeente van Noord-Holland in die tijd Katwoude was. Met 270 inwoners was het niet alleen de kleinste gemeente van de provincie, maar ook de kleinste gemeente van Nederland. De Katwoudense gemeenteraad bestond uit zeven raadsleden, wat neerkomt op één raadslid voor ongeveer 40 inwoners. Dat staat in schril contrast met Amsterdam, waar er op dit moment één raadslid per 18.250 inwoners is. Van het feit dat de gemeente Katwoude destijds met Broek in Waterland, Ilpendam, Marken en Monnickendam is gefuseerd tot Waterland kijkt niemand nu vreemd op.

De laatste jaren hebben zich meer gemeentelijke herindelingen voorgedaan. Denk aan Weesp dat sinds de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen bij Amsterdam hoort of Beemster wat per 1 januari 2022 in Purmerend is opgegaan. Ook de gemeente waar ik zelf als volksvertegenwoordiger actief ben – Hollands Kroon – is een fusiegemeente. Een groot deel van gemeenten die zijn voortgekomen uit schaalvergroting deden dat om medebewindstaken vanuit het Rijk doelmatiger en doeltreffender te kunnen uitvoeren. Tegelijkertijd groeit de afstand tot de gemeente. Zo kennen minder inwoners hun eigen raadsleden en wethouders, is contact met ambtenaren vaak lastiger en daalt de opkomst tijdens verkiezingen. Bij de herindelingsverkiezingen in Purmerend was de opkomst slechts 32%.

Op dit moment kent onze provincie 44 gemeenten en bekend is dat Landsmeer op zoek is naar een partner voor een herindeling. Ook is een aantal Noord-Hollandse gemeenten bestuurlijk zelfstandig, maar wel ambtelijk gefuseerd. In Noord-Holland komt dit relatief veel voor, zoals Haarlem en Zandvoort die in één organisatie met elkaar samen werken of Amstelveen en Aalsmeer. Ook De BUCH, de BEL Combinatie, de SED organisatie en OVER-gemeenten zal voor velen niet onbekend zijn. Soms leidt zo’n samenwerking in de verre toekomst ook tot een bestuurlijke herindeling. Een ambtelijke fusie is echter niet onomkeerbaar. Soms strandt het schip en gaan twee partners weer uit elkaar, zoals het Friese Dantumadiel en Noardeast-Fryslân. En soms gebeurt er niets; de samenwerking blijft een samenwerking.

Uit hoeveel gemeenten zal Noord-Holland in 2050 bestaan?